Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ging Joab in tot den koning, en [70]zeide het hem aan. Toen riep hij Absalom, en hij kwam tot den koning in, en boog zich voor hem op zijn aangezicht ter aarde, voor des konings aangezicht; en de koning [71]kuste Absalom. 70. Dat hij van Absalom in last had. 71. Tot een teken van volkomen genade en verzoening. Vergelijk Gen.27:26.